zondag 27 oktober 2013

Weerstations

Terwijl een flinke depressie zich ontwikkelt boven de oceaan en ons vandaag en morgen gaat trakteren op een pittige najaarsstorm, kijk ik op de bank de praktische opdrachten voor het weerstation na.
Wat een mooi werk is er dit jaar weer geleverd!
Wat is de bedoeling?? De natuurkunde-leerlingen uit klas 4 (eindexamen) maken met onder andere melkpakken een weerstation dat bestaat uit een themometerhutje, een barometer, een windsnelheidsmeter, een windrichtingsmeter en een neerslagmeter. Dit vraagt wat knutseluurtjes en aansluitend een week lang metingen verrichten. De opdracht is afgeleid van een opdracht uit de oude methode van NASK Overal, ontwikkeld in samenwerking met de Rijksuniversiteit van Groningen.
De opdracht wordt aan het begin van het jaar gegeven en de leerlingen hebben er een kleine 2 maanden de tijd voor om de opdracht in te leveren. Eerder mag. In de praktijk betekent eerder meestal een paar dagen eerder dan een paar weken. Waar komt dat uitstelgedrag toch altijd vandaan? Het is toch veel fijner de zaken af te ronden? Stel je voor dat er op het eind nog iets tussen komt? Dan ben je wellicht te laat met inleveren. En dan werken ze het hardst! Druk is wat de kinderen willen. Onder druk leveren zij grootse prestaties! Maar als die openbaring plaats vindt, dan is het vaak te laat. Ze moeten dus eerder aan de slag.
Misschien moet ik een bonussysteem invoeren dat oplevert wanneer je eerder dan de uiterlijke datum inlevert?
Maar goed, nakijken. Wat een heerlijk tijdverdrijf kan dat soms zijn. De kinderen is uitgelegd dat ze punten krijgen voor het proces en de inhoud maar óók voor hoe het er uiteindelijk uitziet, he product. En dát is de trigger voor een hoop leerlingen om er écht wat van te maken. Ik kom heerlijk gepimpte weerstations tegen. Beplakt met allerhande papier, glitters, foto's. Dat dit niet het verschil maakt tussen een 4 en een 8 en dat er dus op zich weinig te halen valt, is de pimpbonus net voldoende om hen het beste uit hunzelf te laten halen. En dan ben ik weer waar ik wezen wil: leerlingen uit eigen beweging hun best te laten doen!

zondag 20 oktober 2013

Geen blaadjes op de rails.

Afgelopen week viel het Kennisnetmagazine op de digitale deurmat. Eén artikel trok daarbij mijn aandacht.
Het ging over de pionier als bruggenbouwer ( http://4w.kennisnet.nl/artikelen/2013/10/04/de-pionier-als-bruggenbouwer/). Daarin staat dat, wanneer het over ICT gaat, maar liefst 85 tot 90% in de achterhoede huist. Dat betekent dat slechts een 10 tot 15% van docenten binnen de groep pioniers/early adopters valt. Hoewel het niet geheel als een verrassing komt, schrok ik er toch nog wel van. Maar is het wel waar wat er staat? Ja, uitgaande van sec het docentencorps wel. Maar bestaat onderwijs ook niet uit een nog veel groetere groep leerlingen? Moeten zij niet ook meegenomen worden in de groep? Wij leven momenteel in een samenleving waarin misschien wel 100% van de doelgroep gezien kan worden als pionier/early adopter in het gebruik van ICT. Goed, het heeft dan wellicht nog niet direct de didactische en onderwijskundige  waarde die wenselijk is, maar dat  onze leerlingen ver op de troepen uitlopen lijkt me duidelijk. Als leerlingen dus terecht meegeteld worden dan bestaat de achterhoede nog uit minder dan 1,5%! Dit is ineens niet meer zoveel. Toch het is ongelofelijk hoeveel dit kleine percentage de vernieuwende ICT-processen weet te vertragen of zelfs weet te stoppen. Soms is het niet te begrijpen dat de pioniers gekapittelt worden omdat zij te ver op de troepen vooruit lopen terwijl het de achterhoede is die te ver achterblijft.  ICT-gerichte docenten moeten gestimuleerd en gefacilliteerd worden om hun ideeen vorm te geven. De ICT-kenniskloof met de achterhoede moet gedicht worden. Maar hoe groot is de verleiding om in de trein te gaan zitten als de eerste klas al vol zit? En hij rijdt al, dus om op te stappen moet er steeds harder gerend worden. En op het ICT-spoor liggen geen blaadjes want de lente is er net begonnen. Daarom een railrunner voor de achterhoede en dus heel snel instappen bij de langsrazende ICT-trein. All aboard!

donderdag 10 oktober 2013

To blog or not to blog?

Na de energyboost van edcampNL van 5 oktober had ik bedacht ook maar te gaan bloggen. Maar het idee is makkelijker bedacht dan er daadwerkelijk uitvoering aan geven.
Naast nadenken over de technische kant van het bloggen (via welk medium en in welke vorm publiceer ik?) moet ik mezelf ook afvragen met welke frequentie. Dagelijks, wekelijks, zomaar wanneer ik zin heb?
Maar over welke onderwerpen ga ik bloggen? ICT is gemakkelijk, daar ben ik veel mee bezig. Of natuur-scheikunde, dat is tenslotte mijn vak. Of over al die leerlingen en collega's waarmee zoveel dingen gebeuren. En niet te vergeten: thuis gebeurt er ook een heleboel. En als ik er zo over aan het nadenken bent, dan kom ik er achter dat de mogelijkheden schier oneindig zijn.
En wat wordt mijn schrijftsijl? Positief kritisch, monter en opgewekt, dissen en afzeiken, ingezonden krantenbericht, likken naar boven en schoppen naar beneden, ik-jij-wij, aktueel of oude doos, verleden-tegenwoordige-toekomende tijd? Vragen, vragen, vragen.
Ik heb besloten om het voorlopig wekelijks te gaan proberen. Zomaar een stukje schrijven en publiceren. en dan zie ik wel wat me het beste bevalt. Eigenlijk wat ik nu aan het doen ben. Gewoon omdat het leuk is en omdat het kan.
To blog it is!

zondag 6 oktober 2013

edcampNL

Afgelopen zaterdag was er de eerste edcamp in Nederland. Onder de naam edcampNL ging de eerste 'onconferentie' van start.

Vooraf hadden geïnteresseerden zich kunnen aanmelden en zij werden op de de dag van de leraar verwacht op de fantastische locatie van Het Houtens te Houten.
Omdat er alleen een locatie was, moest de gehele dag nog invulling krijgen. Veel meer dan een namenlijst, voorgedrukte badges, koffie, thee, kartrekkers, een vrijwillige conciërge en een lege wand met onbeschreven behangpapier, was er niet.

Langzaamaan druppelden de deelnemers binnen. En voor iedereen was er dezelfde boodschap: wil je iets delen? Plak dat dan op de behangwand bij een tijd en een lokaal en laat mensen hun interesse kenbaar maken. Niets delen? Ook goed, sluit maar aan bij wat je interesseert,

En zo kwamen er allerhande workshops bovendrijven over uiteenlopende onderwerpen. Ik schat dat er zo'n 50 tot 60 verschillende workshops waren. En het mooie was dat er dus echt voor elk wat wils was.

Deze dag moet voor iedereen wat hebben opgeleverd. Al was het maar op z'n minst te beseffen dat een onconferentie een fantastische manier is om even helemaal los te kunnen gaan en over een willekeurig ding je ei kwijt te kunnen danwel kennis over op te doen.

En wat waren er veel bekenden! (Oud-)collega's, mede-cursisten of trainers uit eerdere bijeenkomsten en vooral veel mensen die je volgt of door wie je wordt gevolgd op media zoals bijvoorbeeld twitter. Grappig om die laatste nu in het echt tegen te komen.

Voor mij heeft de dag veel opgeleverd. Omdat ik met collega Khalid de registratiebalie bemande, heb ik bijna iedereen ontmoet die er die dag was en zo is mijn netwerk heel wat groter geworden. Verder heb ik veel geleerd bij de workshops.
Wat me opviel deze dag is de saamhorigheid die er was. En het openstaan voor ieders keuze van wat hij of zij die dag deed. Stel je voor dat je met alle aanwezigen een nieuwe school zou starten....

Tenslotte een filmpje dat gemaakt werd tijdens de workshop bij Coby. Wat een lol!